De Vlaamse Paarden verankeren het Vlaamse verleden in ons historisch besef.
Tot in de vijfde eeuw na Christus werden onze gewesten verzwolgen door de zee. Door de systematische drooglegging, verbeterden de levensomstandigheden van onze landmensen duidelijk. De bevolking groeit aan en de landbouw kent een bloei. De mens heeft steeds in zijn hart een plaatsje vrij gehouden voor paarden.
Hier liggen ook de roots van het "Vlaams Paard".
Vooral in de elfde en twaalfde eeuw kwam het Vlaams Paard op de voorgrond.
Eerst bij de edelen en kloostergemeenschappen die hele stoeterijen bezaten en later bij de vrije burgers.
Het gebied van het Vlaams Paard besloeg Zeeland en strekte zich uit over het Brugse Vrije en de kasselrij van Veurne tot die van Broekbrug. In de loop der eeuwen verspreidde het zich over het gehele graafschap Vlaanderen.
Tevens waren deze Vlaamse paarden een bijzonder gegeerd exportartikel.
In de twaalfde eeuw voerden de Engelse koningen Richard Leeuwenhart en Jan Zonder Land massaal Vlaamse paarden in. De zware Engelse rassen werden gevormd door eeuwenlange inkruisingen door de Vlaamse importhengsten.
Dat Vlaamse hengsten bijzonder geliefd waren in Engeland bewijst de toenemende invoer:
De roemruchte Hendrik VIII (1491-1547) loofde de "Flander" en vergeleek zelfs zijn vierde vrouw Anna Van Cleef in een grove bui met een "Vlaamse Merrie".
Algemeen wordt aangenomen dat deze merries de beste, de sterkste zijn en ... een groot uithoudingsvermogen hebben.
Terug naar eigen graafschap: Omstreeks 1300 waren de Vlaamse paarden uitermate in trek.
Voor de Middeleeuwse ridder was dit paard het ideale strijdros, oersterk en toch behendig. Het kon dus goed de ridder met zijn ijzeren wapenuitrusting torsen en was toch behoorlijk snel en zeer wendbaar.
Geen wonder dan ook dat in die tijden het Vlaams Paard in gans Europa fel gezocht werd...
Op de Groeninghekouter in 1302 importeerde Willem van Saeftinghe op het slagveld met z’n geweldig Vlaams Strijdros.
We zien dan ook dat, af en toe, vorsten en graven de uitvoer van het Vlaams Paard verbieden, om in de eigen behoeften te kunnen voldoen.
Een maatregel waarschijnlijk genomen om te voorkomen dat ook vijandelijke troepen over goede Vlaamse paarden zouden beschikken.
De oudste bekende afbeelding van een "Vlaams paard" dateert uit de dertiende eeuw.
Die vinden wij terug in de Vieil Rentier, een prentenboek uit Oudenaarde. "De Flander" afgebeeld in het Equile Joannis Ducis Austriaci Caroli uit 1568 door Stradanus, alias Jan Van den Straet uit Brugge, is veruit het indrukwekkendste en grootste uit deze reeks prenten.
Het ridderpaard wijkt voor het buskruit maar de hartenklop van het volk blijft slaan voor "het paard".
Vanaf het begin van de veertiende eeuw begon het buskruit een belangrijke rol te spelen. Daardoor verloor het Vlaams Paard stilaan zijn superioriteit, wanneer de bewapening lichter werd, de oorlogen meer tactisch en de ruiterij meer beweeglijk.
Voortaan wordt het belang van de zware paarden en zware geharnaste ruiters in de veldslagen steeds kleiner.
Zij speelden nog een laatste belangrijke rol in de bekende strijdtonelen van Saint-Quentin (1557)
en Grevelingen (1558).
Sindsdien is het zware paard niet meer zo intens in gebruik als krijgspaard, maar wordt benut voor sleep- en landbouwpaard.
Door de vele oorlogen gevoerd door Karel de Stoute tot Keizer Karel en Filips II was het paardenbestand in onze gewesten rampzalig...
Onder aartshertogen Albrecht en Isabella is het relatief rustig en de welstand groeit waardoor de landbouw en de paardenfokkerij herleven.
Ook werden er stoeterijen opgericht in Mariemont en later in Groenendaal (Hoeilaart) met de bedoeling lichtere luxepaarden te kweken.
Algauw zorgde de Franse zonnekoning Lodewijk XIV terug voor vernieling en ellende door teisterende oorlogen.
Als "Verlichte Vorstin" nam Keizerin Maria Theresia terug maatregelen voor de bevordering van de productie van lichtere paarden, ten nadele van het traditionele zware paard.
Gelukkig weigerde de inheemse fokkers hun merries door de ingevoerde hengsten uit de overheidsstoeterijen te laten dekken.
Zij wilden immers zware en sterke paarden voor het werk op het land.
Logisch gevolg: geen succes! Dit initiatief werd bijgevolg ingetrokken door haar opvolger Keizer Koster Jozef II.
Ook wilde Napoleon tijdens de Franse periode oorlogspaarden laten kweken en richtte zelf een stoeterij op in Tervuren.
Omdat de fokkers niet wilden meewerken aan deze ondeskundige kruisingen, slaagde ook zijn opzet niet.
En koning Willem van Oranje zal tijdens de Hollandse bezetting wel eens gedacht hebben, driemaal is scheepsrecht...
Blijkbaar niet, ondanks de oprichting van een stoeterij in Walferdange (Luxemburg) kon hij het tij niet doen keren...
Tot voor de negentiende eeuw behoorden de paarden van onze provinciën tot een tamelijk heterogene slag.
Dit was sterk afhankelijk van de aard van de bodem. Zo bijvoorbeeld is het Vlaamse ras uit de kasselrij Veurne uitsluitend als trekpaard gebruikt, op de drassige kleigrond.
Terwijl in het Brugse Vrije de paarden lichter waren, aangepast aan de zachtere zandgrond.
Het Vlaams Paard was tot dan toe steeds symbool voor het nijvere en wilskrachtige Vlaanderen.
Zij vormden het kostbaarste bezit van elk landbouwbedrijf.
1830 België.... op eigen benen!
Terug stimuleerde de Belgische Staat de inbreng van uitheems bloed, want de massale exporten hebben ongetwijfeld invloed gehad op de fokkerij... verarming van onze rassen.
In 1835 rolde de eerste trein op het vasteland Brussel-Mechelen; de industrialisering komt langzaam maar onweerstaanbaar...
Het lichte vervoer vereiste, meende men, lichte paarden.
Hoe paradoxaal het ook moge klinken, maar het omgekeerde was echter waar!
Door de verbetering van het wegennet, bouwde men ook grotere en zwaardere wagens, die getrokken dienden te worden door sterke paarden.
Sterke paarden, dat zijn Vlaamse paarden, daar lag de toekomst in...
Handel en nijverheid nam in de loop der jaren toe, waaruit volgde dat deze paarden efficiënt zijn, als o.a.:
- *Natiepaard, o.a. in de haven van Antwerpen
- *Trekpaard, bij de sleepboten voor de binnenscheepvaart
Deze Vlaamse Paarden waren ook bijzonder in trek als toeristische attractie op kermissen, processies, stoeten en optochten en ... huwelijken.De paarden spelen overal een absolute hoofdrol:
De paardenfokkerij is van cruciaal belang voor iedere natie. De paardenstapel is de trots van elk land.
Vermeldenswaardig is zeker het lijvig vakboek "Les Cheveaux de Trait" (1886 Paris) van de wereldberoemde Fransman Loncey.
Naast zijn chauvinistische ode aan verschillende Franse trekpaardenrassen, behandelt hij ook de buitenlandse rassen.
En wie het Franse chauvinisme kan inschatten mag als Vlaming fier zijn op Loncey's intro over de Vlaamse Paarden:
"Vous connaissez le cheval flamand!"
"U kent het Vlaams Paard!"
Wat een schitterende weergave van een tijdgeest. Wat een grandioos eerbetoon voor "ons Vlaams Paard"!
Een slagzin die meer gevoel weergeeft dan duizend boeken met eigenlof.
Oordeel zelf maar hoe hij verder schrijft:
"Het Vlaams Paard slaat U met verstomming
wanneer hij U kruist:
U bent stilgestaan, U heeft hem bekeken én
U heeft hem ontroerd bewonderd...".
Het bijhouden van het Studbook (stamboek) kende aanvankelijk in 1886 bij de stichting van de "Société Nationale du Cheval de trait Belge" drie categorieën:
- Vlaamse Paarden
- Brabanders
- Ardenners
"Het verdict, bij verstek"
Wegens de grote terugval (?!) van het "Vlaams Paard" werd vanaf 1886 de benaming "Vlaams Paard" geschrapt. Brabants en Belgische trekpaard werden synoniemen en het Studbook vermeldde nog slechts het Belgische en Ardense trekpaard.
In amper twee jaar (1886-1888) werd een duizendjarige Vlaamse traditie veroordeeld tot de slachtbank: Een echt doodsbericht.
De terugval in 1888 van het "Vlaams Paard" was geen voldoende reden om het ras te schrappen uit het Studbook.
En dit voorbeeld gold zeker toen op de internationale paardententoonstelling van 1885 te München nog vastgesteld werd, dat een Vlaams Paard uit Veurne-Ambacht het grootste paardenras ter wereld was.
De ware reden om het negeren van dit ras, moet gezocht worden in de bewuste politiek, om alles wat "Vlaams" was te vervangen door "Belgisch". De jonge Belgische Staat volgde net als de omringende Europese landen: “Het Nationalisme en zocht een Nationaal symbool”.
Slechts met tegenzin en niet zonder hevig protest werd in Vlaanderen het Vlaamse type (glorie) opgegeven.
Van Royen, fervent Belgisch trekpaard-verdediger,
schreef later:
"Het Vlaams Paard werd geleidelijk door het Brabantse paard verdrongen, vooral door de handelswijze der jury's die systematisch de Vlaamse paarden achterstelden".
Onderstaande stemt tot nadenken dat precies in 1886:
de heer A.G. Van Hoorebeke uit Monmouth Illinois als eerste Belgische paarden naar de U.S. bracht. Dit was nog voor de oprichting van het Belgisch fokstamboek.
In 1886 en 1887 werden verschillende vrachten Belgische paarden geïmporteerd en verkocht aan paardenfokkers uit Indiana én omliggende staten.
Op initiatief van Mister Harm Wolf, die meende dat er documenten moesten worden bijgehouden over de ingevoerde paarden en hun afstammelingen, werden de eigenaars bijeen geroepen om een vereniging van fokkers op te richten.
Op 25 februari 1887 werd de "American Association of Importers and Breeders of Belgian Draft Horses" opgericht, bestaande uit zestien mede-oprichters afkomstig uit Indiana, Illinois en Missouri.
Ook weten vele Vlaamse fokkers dat er familie of vrienden zijn, die drie à vier generaties geleden dit arme Vlaanderen ontvluchten om in Amerika hun geluk te beproeven. Honderden Vlaamse paarden maakten de overtocht mee (van enkelen is zelfs geweten dat zij rusten op de bodem van de oceaan?!).
Algauw wisten de Amish gemeenschap, de uitzonderlijke eigenschappen van Het Vlaams Paard, door hen Belgians genoemd, te waarderen…
Hoe dan ook, de Amerikaanse en Canadese Belgians zijn de natuurlijke bloedbroeders van onze Vlaamse Paarden.
En in eigen "Belgenland" wordt "het Vlaams Paard" weggefokt.
Het centralistische Brabantse type werd hét prototype van het Belgisch trekpaard.
In die tijd (1888) waren er geen bekwame Vlaamse politici en academici om ons Vlaamse volk op een rechtmatige wijze te vertegenwoordigen en te verdedigen. En als dusdanig werden de beste bloedlijnen van het Vlaams Paard gebruikt om het Belgisch trekpaard te vormen.
Fatalisme werd troef… Iedereen legde zich neer bij het onvermijdelijke!
Of toch… Was er nog hoop…
Er kwam eerherstel (klk hier om verder te lezen) |